dinsdag, januari 15, 2008

En toen was er licht




Te veel klussen maakt raar. Ik weet het zeker. Sinds een tijdje kan ik namelijk nogal heftig reageren. Al van de meest kleine dingen word ik heel blij. Of juist heel boos. Maar dan ook echt buitenproportioneel blij of boos. Vooral dat laaste is compleet nieuw voor me.

Voorbeeld: toen ik vanmorgen de boerderij in liep, zag ik lampen branden. Geen bouwlampen, maar echte lampen. De spotjes in het plafond, de wallwashers en de wandarmaturen in de woonkamer gaven allemaal licht. Zomaar, ineens, terwijl we nog geen stroom hebben.

De installateurs - Gerko en André - bleken stroom te hebben afgetapt van het huisje waar we nu wonen. Stiekem. Prima, vond ik, want eindelijk zag ik nu hoe het huis er uitziet met licht. En dat is geweldig. Super. Van puur geluk ging ik spontaan gillen, springen en foto's maken. Wie doet dat nou? Blij worden van een lamp die aan is.

Tot zover het positieve verhaal. Nu het minder leuke deel. Zaterdag moest ik een 'torxbitje' kopen. Dat is een adaptertje voor op de accuboormachine, weet ik inmiddels. Met de auto reed ik in een kwartiertje naar de dichtstbijzijnde bouwmarkt. Daar liet ik me helpen door een medewerker. Na veel passen en meten dacht hij het juiste formaat bitje voor me te hebben. Ik geloofde hem direct, betaalde en reed terug.

Toen ik Wilfred de bitjes gaf, zag hij direct dat het de verkeerde maat was. Daarna werd ik toch boos. Niet op hem, maar op de wereld in het algemeen. Ik begon te schelden en te vloeken. Echt een compleet overspannen reactie, want waar gaat het helemaal over? Een verkeerd bitje, meer niet!

Maar daarbij bleef het niet. Ik moest die bitjes natuurlijk omruilen. En daarvoor moest ik dat hele eind - een kilometer of acht - terug rijden. Grommend en stampvoetend - nu weet ik waar dat woord vandaan komt - liep ik naar de auto. Met slippende banden reed ik weg en trapte het gaspedaal flink in.

Nét iets harder dan mocht, reed ik voor de tweede keer naar de bouwmarkt. Ik leek bijna zo'n agressieve bestuurder die in het tv-programma 'Blik op de weg' wordt aangehouden omdat hij zes rode stoplichten negeert en 250 km per uur rijdt binnen de bebouwde kom. Ik vond dat soort types altijd heel zielig en sneu, maar ineens begreep ik ze volledig. Ook al was ik nog zo beschaafd om de speedlimit met slechts 25 in plaats van 200 kilometer per uur te overschrijden (en wat die stoplichten betreft: die hebben we hier niet).

Twee keer zo snel als anders was ik bij de Fix It, waar ik de bitjes ruilde. Iets minder hard, maar nog altijd té, scheurde ik terug. Pas na een halve dag verven werd ik een beetje rustig. Kon ik weer lachen in plaats van schreeuwen.

De verklaring voor deze gekkigheid? Te veel verf gesnoven, te veel balken gesjouwd, te veel isolatiemateriaal in plafonds gestopt de afgelopen twee jaar. Gelukkig zijn we bijna uitgebouwd. En word ik straks weer normaal. Hoop ik.

Geen opmerkingen: