zaterdag, maart 10, 2007

Half negen


Zo moe als onze kat Brokkie er hier uit ziet, zo moe waren wij vorige week.
Dat komt zo. Op zich was het een normale zaterdagse klusdag geweest. Om half acht eruit, om half negen beginnen. Paar keer pauzeren en om vier uur stoppen. Dan de plaatselijke kroeg in voor een paar biertjes om daarna een beetje aangeschoten onder de douche te springen thuis.
Wel anders deze keer waren de klusjes. Ik had me op de kango geworpen. Een elektrische breekhamer of drilboor. Je ziet bouwvakkers er wel eens mee in de weer, op de stoep of op de weg. En anders hoor je ze wel, want ze maken oorverdovend veel herrie.
Met zo'n kango moest ik een gat uit de betonvloer hakken, op de plek waar de meterkast komt. Ik had nog nooit eerder met zo'n ding gewerkt, maar na wat oefenen begon ik enthousiast te beuken op het beton. En ja hoor, de stukken vlogen eruit. Leuk werk, dacht ik toen nog.
Na een half uur dacht ik heel andere dingen. Gemene, nare, boze dingen, want ik begon die kango behoorlijk zat te worden. Mijn rug deed pijn, het schoot niet op, de beitel bleef telkens vastzitten, de machine voelde steeds zwaarder aan en de betonvloer bleek ook nog eens vol bewapening te zitten - zoals het hoort, maar dat kwam nu even heel slecht uit.
Bovendien was het ook nog eens heel vermoeiend en inspannend werk. Ik zweette en hijgde en moest af en toe op de grond zitten, tussen het puin, om bij te komen. En dat terwijl ik nog niet eens een kwart had gedaan.
Ik was daarom extra blij toen het vier uur was en ik eindelijk kon stoppen. De betonvloer lag aan diggelen, maar ik ook. Het bier sloeg er dus extra hard in, en toen ik had gedoucht, was ik zo sloom als een schildpad.
Omdat we geen zin hadden in koken, gingen we naar een lekker tapastentje. Alsof we dagen niet hadden gegeten, zo gulzig stortten we ons op de in spek gerolde dadels, spinazietaartjes, spaanse kaasjes en gamba's. Klussen maakt hongerig.
Rond acht uur waren we alweer thuis, helemaal kapot. Even hebben we nog een poging gedaan een film te kijken - die echt interessant was - maar we waren te moe om het verhaal goed te kunnen volgen. Om half negen staarden we elkaar met rode ogen aan en knikten. De dag had lang genoeg geduurd. Het was tijd om naar bed te gaan.
Vandaag doen we misschien wel hetzelfde. Ja, ons leven is echt heel spannend.

donderdag, maart 01, 2007

Binnenhuisarchitect




We zijn bij Yvonne geweest, onze binnenhuisarchitect. Al vanaf het begin schetst, ontwerpt en tekent ze voor ons. Zo bedacht ze dat er een loopbrug in het huis moest komen. Briljant idee.

Ook deze keer kwam ze weer met originele suggesties. Stofjes voor onze nieuwe bank en loveseat, een stukje tapijt, kleuren die we op de muren kunnen verven, tegels in de wc en badkamer, plaatjes van wilde dessins voor op de wand. Erg gewaagd soms, maar boeiend en onverwacht.

Of we alle voorstellen overnemen, weet ik nog niet. Meestal moet ik ze een paar dagen op me in laten werken. Meestal is de conclusie dan dat ik ze prachtig vind. En meestal moeten we dan op zoek naar goedkopere alternatieven. Want design is geweldig, maar ook geweldig duur.

Behalve leuk, was het ook vervreemdend om het ineens weer over de inrichting van het huis te hebben. En je te verbeelden hoe het er straks uit komt te zien. Dat gebeurt niet zo vaak. Alleen als de nieuwe VT Wonen of Eigen Huis en Interieur in de brievenbus ligt. Of als we in een meubelzaak staan. Maar ook dat laatste komt maar zelden voor wegens tijdgebrek.

Meestal denk ik aan dingen die nu, of hoogstens volgende week, moeten gebeuren. Zoals het kopen van een nieuwe beitel voor de kangoo, het bestellen van nieuwe schroeven, het wegbrengen van een kar vol gips naar de stort. Het bellen van de aannemer om te zeggen dat hij nou eindelijk die lekkage op de tweede etage eens moet repareren. Of het controleren van de werkzaamheden van de elektricien.

Het was nogal schokkend gisteren om - met mijn hoofd nog vol bouwerige gedachten - bij het architectenbureau te zijn waar Yvonne werkt. Twee uur eerder stond ik nog het stof op te vegen in de boerderij, en nu bevond ik me ineens in een ruimte vol stalen van de meest prachtige tapijten, gordijnen, vloeren, tegels en stoffen.

Maar heerlijk was het ook. Want het drong tot me door dat het er waarschijnlijk echt van gaat komen. Dat het huis straks echt een keertje 'afwerkklaar' is en dat we dus de muren kunnen gaan stuccadoren en verven. Dat we gordijnen op kunnen gaan hangen, een vloer kunnen gaan leggen, en uiteindelijk met een enorm glas wijn voor de open haard kunnen gaan liggen, op een zacht tapijtje.

De hele terugweg heb ik gedroomd van het huis. Hoe mooi het gaat worden, hoe prachtig. Nog altijd droom ik een beetje. En dat probeer ik zo lang mogelijk vol te houden, liefst tot zaterdag. Langer zal me niet lukken. Dan schudden overall, stofmasker, handschoenen en isolatiemateriaal me weer fijntjes wakker.