maandag, november 20, 2006

Gas



meer info volgt nog

Raak


Soms sla je raak. Niet op de spijker, maar op je vinger. Wilfred kan er sinds kort over mee praten. Ik was op de eerste etage gipswanden aan het zetten, toen er van beneden ineens een enorm kabaal kwam. Veel geschreeuw, veel gevloek en daarna klonk het alsof iemand van alles in elkaar trapte. Ik dacht dat Wilfred en zijn vader tijdens het bevestigen van dampwerend folie op de wanden per ongeluk een ruit hadden ingeslagen en besteedde er niet zo veel aandacht aan.

Totdat Wilfred tijdens de koffiebreak vroeg of ik niet benieuwd was naar de reden van die herrie. Ik knikte, waarop Wilfred me zijn vinger liet zien. Er zat een grote blauwe knijpblaar op. Zo'n grote had ik nog nooit gezien. Heel zielig zag het eruit, heel pijnlijk ook.

Zaterdag was het mijn beurt om dampwerende folie op de wanden te bevestigen. Dat doe je met behulp van heel korte spijkertjes die platte koppen hebben. Asfaltnagels, heten ze in jargon. Ze zijn zo kort, dat je ze net beet kunt houden aan het steeltje. Om niet op je vingers te slaan, moet je ze daarom op een speciale manier vast pakken. Wilfred demonstreerde de techniek en liet me waarschuwend nog even zijn inmiddels zwart geworden blaar zien.

Ik startte dus extra voorzichtig. Spijkerde precies volgens de instructies. Al snel kreeg ik er lol in, want ik bleek het best goed te kunnen. Die lol maakte weer plaats voor fanatisme. En toen ging het mis. Ik pakte de spijker te nonchalant vast, waardoor ik op mijn nagel sloeg, in plaats van op de spijker. Ik gooide er wat krachttermen uit en stampte kwaad op de vloer, zo zeer deed het.

Het was niet de enige pijnig die dag. Binnen acht uur liep ik nog een keer keihard met mijn bovenbeen tegen een gipsplaat, stootte mijn knie tegen een wandje, schraapte een stukje huid van mijn knokkels en liep talloze splinters op. En ook Wilfred hield het niet bij die ene blaar. Gelukkig zijn de spijkers bijna op.

donderdag, november 16, 2006

Muur II



De muur is af! De muur tussen ons huis en het huis van de buren. Hij is dicht, helemaal, van de begane grond tot hoog in de nok van de boerderij. Geweldig is het. Nooit geweten dat ik zo blij kon worden van een muur.

Het is ook wel een heel speciale muur. Want het kostte veel gevloek, gestunt en gesjouw om dat ding te maken. Ook afgelopen zaterdag was er weer veel zweet nodig om de laatste drie gaten te dichten.

Vooral het gat op de derde etage was vervelend. Bijvoorbeeld omdat we aan de achterkant moesten werken, aan de kant van de buren dus. En die hebben geen derde verdieping, en dus was er niets voor ons om op te staan. Joop gebruikte daarom een houten balk als werkplateau. Erg onstabiel, erg gevaarlijk en erg onverantwoord.

Hij moest zich ook letterlijk in allerlei bochten wringen om de gipsplaten vast te schroeven. Die gipsplaten moesten we trouwens door dat hele kleine gat steken. Ook een behoorlijk onhandig karweitje.

Maar Joop kreeg het allemaal voor elkaar en dus zat om 12.30 uur precies ook het laatste gat dicht. Omdat Joop nu niet meer bij onze helft van de boerderij kon komen, moest hij via het deel van de buren terug. Met zijn handen vol gereedschap en een ladder - die hij nodig had om van die wiebelige balk af te komen - liep hij door hun huis. Wel een beetje raar.

Nog raarder is dat ik bijna emotioneel kan worden van zo'n moment. Als een moeder die haar kind net z'n eerste woordje heeft horen zeggen. Da's misschien iets te overdreven is. Maar toch. Het zullen wel bouwhormonen zijn.

zondag, november 12, 2006

Uit de dip


Goed nieuws. Voor mezelf dan. Ik ben uit de dip. Een paar weken geleden had ik het volledig gehad met de bouw. Ik had geen zin meer in bouwvakkers over de vloer, telefoontjes met aannemers, stoffige overallen, gesjouw met hout of ritjes naar de stort. Ik wilde helemaal niets meer met de bouwerij te maken hebben. Ik keek niet eens meer naar de boerderij, zo weinig zin had ik er nog in. Ik wilde alleen nog maar shoppen, uitslapen, op vakantie.

De dip was, achteraf gezien, heel verklaarbaar. Zo zijn we al een behoorlijk lange tijd aan het klussen: elf maanden. Zeker als ik dat vergelijk met de tijd die vrienden aan een verbouwing besteden - maximaal een half jaar - is dat een flinke periode. Maar de voornaamste reden waarom ik het even had gehad, is dat ik twee weekeinden achter elkaar op vakantie was geweest. Da's funest. Dan ruik je weer aan het 'gewone' leven, dat veel leuker is dan het leven van een vrouw op de bouw.

Waarmee ik niet wil zeggen dat deze bouwerij niet leuk is. Het is prachtig om een bouwval uit te zien groeien tot een echt onderkomen. Maar doordat we zo druk aan het klussen zijn, doen we heel veel andere dingen niet meer. Daar hebben we geen tijd en vooral geen energie meer voor. En ook geen geld, want dat pompen we allemaal in ons huis.

Ons leven komt daardoor - kort samengevat - op het volgende neer: geen lange, dure, verre reizen, nauwelijks nog weekeindjes weg, niet meer tot diep in de nacht op stap (want de volgende dag staat er om zeven uur alweer een groepje bouwvakkers op de stoep), minder feestjes, minder bezoekjes aan vrienden, minder winkelen, minder sporten, minder van alles eigenlijk. En dat is prima, zolang je je het maar niet (te veel) beseft.

De beste remedie is daarom strak doorgaan. Niet te veel weekeindjes ontspannen, niet te veel leuke uitjes plannen, maar gewoon doorrammen, net zolang tot het af is. En wat ook goed helpt, is zelf meedoen. Stoffige overall en oude gympen aan, blik op oneindig en aan de slag. Dan wordt het vanzelf leuk, merkte ik gisteren.

Ik moest Joop assisteren, omdat zijn broer Sikke is gebleseerd. Van half acht 's ochtends tot bijna vier uur 's middags stond ik daarom weer te klussen. Schroeven in gipsplaten boren, profielen vasthouden, gipsplaten sjouwen, de boel aanvegen. Als vanouds, zeg maar. Ook de pijnlijke en vreselijk stijve rug en de vermoeidheid na afloop waren als vanouds. Maar ook het trotse gevoel, want we zijn weer iets opgeschoten.

'k Heb nu al zin in woensdag, dan mag ik weer!

donderdag, november 02, 2006

Hulp





Een beetje hulp op de bouw is altijd handig. Floris, Emma en hun ouders Marieke en Radboud komen regelmatig langs om het bouwproces te versnellen. Floris en Emma blinken uit in vies worden, Marieke kan heel goed schilderen en hout sprokkelen, terwijl Radboud gek is op het grovere werk: slopen, sjouwen, scheuren, slepen.

Dat het bieden van een helpende hand bij het klussen niet zonder gevaar is, ontdekte Radboud een paar weken geleden toen hij hielp bij het omhoog takelen van gipsplaten. Nadat hij precies één gipsplaat had gesjouwd ging hij door zijn rug. Even vloekte hij de hele verdieping bij elkaar, daarna ging hij door alsof er niets was gebeurd. Totdat hij het rond een uur of drie niet meer trok en met een rug vol pijn op de bank neer streek.

's Avonds wurmde hij zich als een oud mannetje in de auto. Slapen ging die nacht niet erg goed, en ook de volgende paar dagen ging hij gebogen en krom door het leven.

Het afgelopen weekeinde was ik aan de beurt. Ik kreeg een zware stalen balk tegen mijn hand toen we dat ding op de kar wilden leggen. Ik gilde het letterlijk uit van de pijn. Het is zowiezo fijn om af en toe flink te schreeuwen in het openbaar. Maar dit maal had al dat lawaai wel een reden, want ik had een behoorlijk bloederige wond in mijn inmiddels blauw aangelopen hand.

Echt leuk dus dat klussen bij ons. Grote kans dat je met een hernia of vinger minder naar huis terug gaat. Nu maar hopen dat er ooit nog iemand wil komen helpen.