maandag, oktober 30, 2006

Muur


Een muur bouwen. Hoe moeilijk kan het zijn, denk je. Behoorlijk moeilijk dus, weet ik sinds kort. Vooral als het om een woningscheidende muur gaat. In elk twee-onder-een-kap huis zit er één. Het ding loopt meestal van de vloer tot aan de nok en is brandwerend. Zo staat het althans in de meeste bouwvoorschriften, en ik denk dat de meeste woningscheidende muren in de pratijk ook wel aan die eisen voldoen.

Behalve die van ons. Onze buren zijn na de eerste etage gestopt met het bouwen van zo'n wand. Waarom weet ik niet. Het zal wel iets met geld of zin te maken hebben, en dan vooral een gebrek aan die dingen. Het huis is vanaf de tweede etage dus geen twee-onder-een-kapper meer, maar een grote villa. Beetje apart is dat, want we kunnen via de tweede etage zo bij de buren naar binnen lopen en al hun gesprekken haast woordelijk volgen.

Beetje onhandig is het ook, zeker nu wij toe zijn gekomen aan het bouwen van onze woningscheidende wand. Die maken we van gipsplaat: twee gipsplaten aan de ene kant van de profielen, en twee aan de andere kant. Er tussenin zit isolatiemateriaal.

Op de begane grond en eerste etage levert dit geen problemen op, want we kunnen tegen de muur van de buren aan bouwen. Maar vanaf de tweede etage is er geen muur meer. En omdat de buren daar deels ook geen vloer meer hebben, maar een groot gat vanaf de begane grond, hebben we meterslange ladders nodig, veel creativiteit en nog meer lef om onze muur te bouwen. Ook op de derde etage - de vliering - is het alleen met veel halsbrekende toeren mogelijk om de wand erin te zetten. Want ook daar ontbreekt het bij de buren aan een vloer.

Maar gelukkig is daar het Friese 'the A team' : Joop en Sikke. Deze onverschrokken helden rennen als een soort moderne comboys over smalle wiebelige planken en nog dunnere stalen balken. Lachend, zonder enig spoortje van angst, met boormachine en hamer in de aanslag. Een klusje als dit zien ze als een uitdaging, niet als een probleem.

Enthousiast gaan ze dus aan de slag met de muur. Zo enthousiast dat ze alleen beneden komen om te eten, drinken of te plassen. Tijdens het klussen praten ze niet veel, brommen ze alleen af wat aanwijzingen naar elkaar. Boormachines en het gestamp van Sikke's klompen op de houten vloerplaten is het enige dat je hoort.

Maar ook bij cowboys gaat het licht wel eens uit. Bij Joop en Sikke gebeurt dat rond een uur of drie. Lijkbleek strompelen ze de ladders af. De kleren nat van het zweet, de gezichten vol groeven en onder het stof. Volledig afgepeigerd zijn ze. Alsof ze uit een weken durende veldslag komen, die ze nipt hebben gewonnen.

Ik schenk ze een glaasje limonade in. Geef ze er wat pepernoten bij. Ze nemen er nauwelijks iets van. Zelfs Joop, normaal toch best een goeie eter, heeft geen interesse. Ze lachen nog wat beleefd en rijden weg in hun busje. Het is bijna aandoenlijk.

Snel ga ik daarna naar boven om te zien wat ze hebben gedaan. En dat is veel. Op twee grote gaten na zit de hele wand erin. Zowel op de de tweede als de derde etage. Ik vind het haast ongelooflijk. Wat een kanjers zijn het, wat een vakmannen.

En wat is het geweldig dat we nu ook bijna echt gescheiden zijn van de buren. Dat het ook echt een twee-onder-een-kaphuis is in plaats van een tot elkaar veroordeelde woongroep. En dat dit allemaal is gelukt zonder dat er iemand is verongelukt.

Wordt vervolgd

vrijdag, oktober 13, 2006

Gehad

Ik wist dat het een keer zou komen. Het moment waarop je het even totaal hebt gehad met de bouwerij. Mijn schoonzus, die ook zelf een huis bouwde, had me er al voor gewaarschuwd. Nu is het dus zover. Precies tien maanden na onze eerste sloopsessie ben ik even klaar met alles. Met mijn verkoudheid en snotneus, maar vooral met ons bouwproject.

Niet dat ik de laatste tijd nou zo actief heb lopen klussen. Integendeel. Ik heb de afgelopen twee weekeinden zelfs helemaal niets gedaan. Het ene weekeinde zat ik me in Barcelona te vergapen aan Gaudi's bouwkunsten en vol te gieten met Cava, het volgende weekeinde sliep ik met vrienden in een Betere Boeren Bedstee op het Friese platteland. Allemaal heerlijke uitjes, waar ik even niet dacht aan gipsplaten, profielen en verfkwasten.

De thuiskomst was beide keren behoorlijk ruw. Zo zit je nog tapas te eten op een zonnig terrasje en zo sta je weer tussen het stof in je overall. Misschien komt het dus wel juist door die break dat ik me op dit moment zo aan ons bouwproject stoor. Ik wil helemaal geen dakgoot verven, karren vol puin naar de stort brengen of lunches klaar maken voor hard werkende mannen. Ik wil geen VT of Elle Wonen meer doorbladeren. Ik wil genieten, shoppen, tot twee uur 's middags uitslapen, lui romans lezen op een strandstoel.

De werkelijkheid is anders. Lig ik met griep op bed, komen er weer van die mannetjes langs om een scheef liggend dakpannetje te repareren. Of staat er ineens een installateur op het balkon om regenpijpen aan te brengen. Allemaal heel goed natuurlijk, want het moet gebeuren, maar niet nu. Zette ik in de zomer nog braaf koffie voor de kerels, dit keer blijf ik gewoon in bed liggen.

Ik ben zelfs zo pissig, dat ik niet eens kom kijken als Wilfred de eerste wand klaar heeft. Ik wil gewoon even niet die kloterige boerderij in en geconfronteerd worden met al dat gereedschap, de troep, de honderden gipsplaten die we nog ergens op moeten schroeven.

Daar zit ik dan. Een vrouw op de bouw die sjagrijnig is omdat ze bouwt. Of eigenlijk niet bouwt. Ergens is het heel lachwekkend. Vooral als je bedenkt dat het nog wel een jaar duurt voordat alles af is. En dat zeuren gewoon geen zin heeft. Ik moet gewoon doorzetten. Het klinkt zo eenvoudig. En dat wordt het vast ook wel weer. Maar vandaag nog even niet.