maandag, februari 11, 2008

Laatste klusdag


Proosten. Dat deden we vrijdagmiddag. We proostten op de laatste klusdag van pa Joustra. Sinds 9 december 2005 kwam hij ons (bijna) elke zaterdag en tijdens vakanties helpen met bouwen.

Hij was zowel onze timmerman als onze projectleider. Hij maakte de planning, vertelde ons wat we wanneer moesten doen, wat we moesten inslaan. Hij maakte het ontwerp van ons huis, bedacht oplossingen voor bouwkundige problemen. Wat deed hij eigenlijk niet?

Afhaken, dat deed hij niet. Henk zei nooit af, sloeg nooit een zaterdag over. Ook niet als hij een kater, zere arm, griep, rugpijn of geen zin had. Als er iemand een doorzetter is...

Het leukste onderdeel van de klusdag met Henk was als de vier in de klok zat. Om vier uur stopten we accuut met klussen en gingen we naar de plaatselijke kroeg. Om daar een uur lang bier te drinken. Westmalle, Us Heit of iets lekkers van de tap. Soms namen we er een gehaktbal of bakje nootjes bij.

Tijdens dit uurtje evalueerden we, blikten we vooruit, zeiden we hoe mooi het werd of hoeveel we nog moesten doen. Kroegpraat, kortom.

Afgelopen vrijdag (soms wisselden we de zaterdag in voor een vrijdag) was Henk's laatste klusdag. Nog wat kleine zaken stonden er die dag op het programma, zoals de entree van mooie hardhouten vlonders voorzien, een kattenluikje in de deur van de berging maken, plintjes bevestigen, een bokje maken voor het houthakken. Maar daarna hield het lijstje met bouwkundige activiteiten op, was al het timmerwerk klaar. En daarmee was ook Henk Joustra klaar.

Voor het laatst gingen we na een dag klussen de kroeg in (let op: we gingen niet voor het laatst de kroeg in, maar wel na een dag klussen). Heel anders dan anders ging het er niet aan toe. We lulden over de gebruikelijke zaken. Zeiden weer hoe mooi het allemaal was geworden, hoe zwaar het was geweest. Ook de toekomstplannen ontbraken niet: hoe het schuurtje eruit moest zien, hoe we de tuin zouden inrichten.

Om vijf uur stapte Henk zoals gebruikelijk in de auto en betaalden wij de rekening. Nog een paar keer handen schudden, zoenen, elkaar op de schouder slaan. Afspraken maken voor een etentje om het nog eens officieel te vieren.

Raar is het. Ik ben blij dat we zijn uitgetimmerd. Maar ben minder blij dat het zaterdagse bieruutje voorbij is. Het was tenslotte een goede traditie.

We verzinnen wel weer een nieuwe!

Deuren






Deuren. Weer zoiets waar ik nooit over nadacht. Waarom zou je ook? Ze zijn er, je doet ze open en dicht, maar echt zien, ho maar. Tot een paar maanden geleden. De muren waren klaar, de deurkozijnen zaten er in, we waren aan het verven en dan ineens denk je aan deuren. Het zou leuk zijn om die kamers ook af te kunnen sluiten. Vooral die ruimtes waar je heen gaat als je heel nodig moet.

Dus gingen we met deurenleveranciers bellen. Via via kwamen we bij een professioneel bedrijf uit Drenthe terecht. Daar maken ze niet alleen deuren, maar hangen de medewerkers ze ook op (of af, net hoe je het bekijkt) en zetten er nog beslag op ook. Geen pannenkoekenbeslag, maar deurklinken. Raar woord.

Precies wat we zochten. Iedereen die zelf wel eens een deur heeft afgehangen, weet waarom je dat soort klusjes liever uitbesteedt. Het vergt veel spierballen, goede ogen en heel veel geduld. De eerste twee zaken hebben we wel, maar dat laatste absoluut niet meer.

Vandaar dat we alles lekker uitbesteden aan dit bedrijf, dat voornamelijk zaken doet met grote opdrachtgevers, zoals de bazen van politiebureau's, verzorgingstehuizen en torenhoge flats. Daar moeten soms wel zes- of zevenhonderd deuren in. Heel soms doen ze kleine projectjes als de onze. Waar 'slechts' zeventien deuren in moeten. Peanuts.

Nadat ik de jongens vrijdag bij ons bezig heb gezien, snap ik wel waarom ze een woonhuis als het onze met twee vingers in de neus doen. Figuurlijk dan. Deuren maken en afhangen gaat tegenwoordig namelijk heel anders dan vroeger.

Eerst meet iemand met een machientje de maten op van de kozijnen en geeft ze allemaal een eigen nummer. Daarna voeren ze die gegevens op de fabriek in een computer in. Die computer staat in verbinding met een machine die de deuren maakt, inclusief gaten voor de deurklink en de ophangplaatjes (die metalen stukken waar de deur aan hangt, ik weet niet hoe ze heten).

Het enige wat de 'afhangjongens' nog moeten doen, is de deuren verplaatsen, stukjes uit de kozijnen frezen, veel schroeven, de deuren ophangen en het beslag bevestigen. Een makkie, volgens de jongens, zeker vergeleken met vroeger. Een makkie voor wie dit elke dag doet, ja. Mij lijkt het erg ingewikkeld. Een klusje voor kenners. Vaklui.

'Onze' jongens waren in elk geval binnen een dag klaar. Ze keken heel tevreden toen ze weggingen. Want zij hadden het huis 'af' gemaakt. En zo is het.

Joustra en Freerk





We zijn dus verhuisd. Maar de dagen ervoor stond er nog van alles op het to do-lijstje. Zo moest de elektriciteitsaansluiting in ons kleine huisje nog worden afgesloten. We bleken namelijk twee van dat soort aansluitingen te hebben: één in ons grote huis, en één in ons kleine huisje.

Om die laatste te verwijderen, stonden donderdagmiddag twee heren van Nuon op de stoep. Meneer Joustra (de jongste) en Freerk (de iets oudere). Van de eerste ben ik de voornaam vergeten, van de laatste de achternaam.

Ze waren heel vriendelijk, werkten heel snel en vakkundig (zo leek het in elk geval). Alleen jammer dat ze zulke vieze laarzen droegen. Die zaten onder de modder. Van die dikke stukken Friese klei. Op zich niet zo raar, als je elke minuut van de dag in de grond zit te wroeten. Maar daardoor zat even later de vloer in de gang ook onder de modder. Hoewel mijn vloer na twee jaar bouwen niet anders gewend is.

Belangrijker is dat we sinds het bezoek van Joustra en Freerk nog maar één aansluiting hebben, en dus ook voor maar één aansluiting betalen. Tel uit je winst!

Verhuisd!



Het is zover. We zijn verhuisd. Sinds vrijdagavond wonen we in de boerderie. En dat is spannend, heel spannend. Alles wat we hier doen, doen we hier voor het eerst. Tanden poetsen, naar de wc gaan, eten koken, boer-zoekt-vrouw kijken, douchen, een wasje draaien. Gasten ontvangen.

We hadden net wat grote meubels, servies, bestek en kaarsen - voor de gezelligheid - versleept, de vloer gezogen en onszelf wat opgefrist, toen mijn broer en zijn vrouw langs kwamen voor een dineetje (door de plaatselijke Chinees bereid). Voor het eerst schonk ik hier voor anderen een wijntje in, dekte ik de tafel, haalde ik een koud biertje uit de koelkast. Warmden we onze handen bij de open haard.

We keken allemaal nog wat onwennig om ons heen. Wilfred en ik nog het meest. Het voelde raar, vreemd. Zo niet-je-eigen-huis-maar-ook-weer-wel. Dat komt onder meer door de grote tegenstelling met ons vorige huisje. Alles is hier zoveel groter en luxer. Ineens hebben we een vaatwasser, een berging, een bad, een keuken met meer dan genoeg kastjes en laden. Ruime gangen en grote kamers.

Neem onze slaapkamer. Die is ruim 30 vierkante meter groot, heeft veel ramen, een zacht tapijt, inloopkast, balkon en een geweldig uitzicht op de weilanden en bossen. Maar het heeft nog meer pluspunten, vergeleken met ons voormalige slaapvertrek: het dak lekt niet, ik hoef niet te bukken vanwege het schuine dak, het is er geen 3 graden 's nachts, er zit geen schimmel op de wanden...

Toen we dus voor het eerst in ons bed lagen hier, kon ik het bijna niet geloven. Voelde het alsof ik in een hotel was. Gisteravond (maar eigenlijk voortdurend) had ik dat gevoel weer. Na een saunasessie stond ik uit te dampen op ons balkon. Het was doodstil, boven me zag ik een prachtige sterrenhemel. Hiervoor heb ik het gedaan, dacht ik. Hiervoor hebben we ruim twee jaar bijna elke vrije dag staan beuken, hebben we vakanties laten schieten, hebben we ons kapot gewerkt.

En cliché cliché: het was het allemaal waard!

dinsdag, februari 05, 2008

Deadline



Al maanden vragen mensen wanneer het huis af is. Wanneer we nu eindelijk eens gaan verhuizen. Al maanden is het antwoord hetzelfde: nog een paar weken, dan is het zover.

Eerst lag de deadline bij kerst 2007. Het menu voor het acht gangen-diner lag al klaar. Maar helaas, rond 25 december waren we nog niet helemaal klaar. Volgende deadline was mijn verjaardag op 22 januari. Die ging ik toch echt in ons nieuwe paleis vieren, samen met veel vrienden en familie. Die passen er namelijk met gemak in. Maar ook dat haalden we niet. Mijn 34e werd een feestje voor twee: met een wijntje op de bank in ons koude, kleine maar knusse onderkomen.

De nieuwe deadline? Die durfden we niet te prikken. We zouden 'm toch niet halen en we zouden toch weer teleurgesteld raken. 'Verstandig' besloten we maar te zien wanneer alles af zou zijn.

Had je gedacht. Zonder deadline is het helemaal niet lekker klussen. Dus we hebben er weer één. Komende zaterdag is nu D-Day! Dan gaan we verhuizen. Echt waar.

Of het nu wél haalbaar is? Ik hoop het. Het huis is zo goed als af: sinds maandag hebben we op alle kamers vloerbedekking, sinds zaterdag hangen er gordijnen in de woonkamer. Stroom, gas en water hebben we. De installateur heeft alle stopcontacten van afdekplaatjes voorzien en het warmte-terugwinsysteem in werking gezet.

Maar natuurlijk zijn we nog niet helemaal klaar. We moeten nog het nodige ophangen (lampen, rolgordijntjes, spiegels, garderobe- en douchestangen), verven (2 vloertjes), afwerken (lelijke randjes en gaatjes dichtkitten), aansluiten (sauna), repareren (lekkende keukenkraan), opruimen (berging) en schoonmaken (alles). Vooral in dat laatste heb ik geen zin. Hoewel een swiffer veel goed maakt.

Twee dagen hebben we om ons to-do-lijstje af te maken (een lijstje dat trouwens altijd vol blijft, nooit af is). Twee dagen beuken, dan is het klaar. En lukt het niet, dan schuiven we de deadline gewoon weer een paar dagen op...

zondag, januari 27, 2008

Bad


Ik had vandaag enorm veel zin een bad te nemen. En ineens bedacht ik: we hebben een bad, dat bovendien helemaal klaar is voor gebruik. Dus ben ik vandaag in bad geweest. Voor het eerst.

Met een tasje vol spullen - handdoek, badolie, tijdschrift, badjas - liep ik ons kleine huisje uit en de boerderij in. Alsof ik aan het kamperen was. Een kwartiertje later lag ik in ons eigen bad. Lekker te luieren, wat te lezen, te spetteren. Me te verbazen ook over de badkamer. De zelf ontworpen en deels zelf gebouwde badkamer die er twee jaar geleden nog niet was. Toen stond hier nog niets: nog geen muren, nog geen vloer, nog geen dakraam, laat staan een dak of plafond.

Het klinkt misschien wat overdreven, maar ik moet echt wennen aan het idee dat we hier straks gaan wonen, dat dit van ons is. Hoewel het ook weer niet al te lastig wennen is, met al die luxe.
Toch voel ik voor sommige dingen nog een drempel. Zoals de wc. Die durf ik nog niet gebruiken.

Trap





Hij kwam wat later dan gepland, maar nu is hij er dan toch: de trap. Helemaal klaar. En helemaal geweldig, vind ik zelf. Zowel qua uiterlijk als gevoel. Met dat laatste bedoel ik dat het geweldig voelt om de trap daadwerkelijk te betreden.

Tot nu toe kende ik de trap alleen uit tekeningen en verhalen. Erg veel verhalen. Tientallen gesprekken hebben we over die trap gevoerd. Die gingen over de afmetingen, de bouwtekening, de aanpassingen, waar de trap gemaakt moest worden, hoe we dat zouden doen, wanneer 'ie klaar zou zijn, wanneer we hem zouden proefpassen, de kosten, de traptreden.

Ik kende de trap in mijn gedachten dus al door en door. Maar erop gelopen had ik nog nooit. Tot zaterdagmiddag, een uur of vijf. Joop en Sikke - de mannen die de trap hebben gemaakt en geplaatst - waren net naar huis. Toen ben ik voor het eerst de trap opgelopen. Hand om de ijzeren leuning, schoenen uit. Heel voorzichtig, bang om 'm pijn te doen. Het voelde heerlijk en onwerkelijk tegelijk. Alsof ik in iemand's anders huis was. Of in een hotel.

Vandaag ging ik nog eens naar boven, deze keer samen met katten Brokkie en Saartje. Zij vonden het zo te zien al net zo raar als ik. Vreemd, onwennig om niet meer via de ladder naar de eerste etage te gaan. Wat een feest.

Het is dat ik snipverkouden ben, anders had ik de hele dag niets anders gedaan dan traplopen.

woensdag, januari 23, 2008

Oorlog in de tuin





Eindelijk is het gebeurd: we zijn aangesloten op gas, water en elektriciteit en nog een paar dingen meer. Voor het eerst sinds jaren brandt er weer een verwarming in de boerderij, kunnen we het licht via een schakelaar aandoen en komt er water uit de kraan!

De mannen die voor dit heuglijke feit hebben gezorgd, begonnen gisteren aan de klus. Met behulp van een grote graafmachine ploegden ze de hele voortuin binnen een uurtje volledig om. Van de weg tot aan de voordeur was het één grote loopgravenbende. Daar omheen lagen honderden kubs zand metershoog opgestapeld. Alsof er een beestachtig grote mol langs was geweest. Alsof de oorlog was uitgebroken. Zo leek het.

Na een middagje spitten waren de heren nog lang niet klaar, dus gingen ze vanmorgen om half acht vrolijk verder, gehuld in lekker warm uitziende knaloranje veiligheidspakken. Enorme rollen leidingen haalden ze uit hun busjes en terwijl ene Douwe een peukje rookte, dopten zijn collega's even verderop de gasleiding af (wat met een flinke gaslucht, maar nog nét geen explosie gepaard ging). Ze boorden, zaagden, schroefden, zweetten, bestudeerden ingewikkelde tekeningen, gooiden de greppels weer dicht. En toen was het klaar. Waren we aangesloten.

Maar waren we ook afgesloten. Alle leidingen in ons tijdelijke onderkomen waren weg, lagen nu in onze woonboerderij. Maar geen nood: onze installateur Gerke had wat noodvoorzieningen gemaakt. Daardoor hoefden we het maar een paar minuten zonder water, tv, licht en warmte te doen.

Eigenlijk lijkt er dus niet zoveel te zijn veranderd. Of toch wel. Want ineens kunnen we van alles doen in de boerderij: de wc doortrekken, tanden poetsen, naar de sauna gaan, douchen, een pizza in de oven stoppen, de vaatwasser aanzetten, erwtensoep invriezen, water koken.

Niet dat ik dat allemaal ga doen, want we wonen er nog niet. Zijn nog niet verhuisd. Hoewel het me wel heerlijk lijkt: zaterdag, na een dag klussen, even de sauna in. Daarna lekker douchen. Dan een ovenschoteltje maken. De vieze vaat daarna in de vaatwasser zetten, en de leftovers in de vriezer.

Misschien moet ik dat toch maar wel gaan doen.

maandag, januari 21, 2008

Zat



Het regent. Het stormt. Het is donker. Allemaal ingrediënten die averechts werken op mijn klusmotivatie. En dat terwijl we juist weer enorm zijn opgeschoten, op bouwgebied.

Een kleine impressie: sinds zaterdag is de verandavloer klaar, de 42 traptreden zijn gearriveerd en liggen klaar om gelakt te worden, twee mannen hebben vandaag glas geplaatst in de hal en de badkamers, de keukenkraan is geïnstalleerd. Morgen worden we eindelijk aangesloten op gas, water en elektriciteit. En als het meezit, komen Joop en Sikke zaterdag de trap plaatsen.

Allemaal prachtig. Toch kon ik niet van al die vooruitgang genieten toen ik vanavond thuis kwam. Ineens was ik alles zat. Onze modderige, onverlichte oprit vol gaten, waar je zomaar een halve meter naar beneden stort als je niet heel goed kijkt waar je loopt.

Daarna was ik de installateur zat, die nog in de boerderij bezig was met een close-in boiler. Het is een aardige kerel, maar nú even niet! Weg met de bouwvakkers die van 's ochtends zeven tot 's middags vijf in ons huis zijn. Ook al zijn ze nog zo vriendelijk en kunnen ze nog zo gezellig meefluiten met Hollandse hits.

Ik was nog meer zat: de potten verf, de vieze kwasten, de opgedroogde lakrollers. De stucloper op de vloer. De modder ín de boerderij. Het onophoudelijke geregel. De chaos. En alles wat ik vergeten ben te noemen.

Door en door chagrijnig plofte ik op de bank en deed de tv aan. Tot mijn verbijstering hoorde ik daar dat het helemaal niet raar is dat ik juist nu zo'n dip heb. Volgens een Britse wetenschapper schijnt januari namelijk de meest depressieve maand van het jaar te zijn.

Hij verklaart het ongeveer als volgt: ,,Alle neerslachtigheid valt samen. Vaak is het slecht weer; de kerstdagen zijn voorbij en de volgende vakantie is nog ver weg; mensen zijn gefrustreerd omdat ze hun goede voornemens niet kunnen volhouden en er uitverkoop is, terwijl hun geld op is.”

Het lag dus niet aan mij, maar aan de maand. Ik leefde helemaal op van dit goede nieuws. Totdat ik hoorde dat de wetenschapper heeft berekend dat 22 januari de meest depressieve dag van het jaar is. Als de beste man gelijk heeft, voel ik me morgen dus nóg vervelender. Dat zou heel jammer zijn: morgen ben ik jarig!

woensdag, januari 16, 2008

Keukenblad



We zijn weer een stap verder richting de verhuizing, want de timmerman heeft vandaag het keukenblad gebracht. Ik was er helaas niet bij, moest werken. Balen, want dit soort 'hoogtepunten' wil ik graag meemaken. Nu was ik de hele dag zenuwachtig. Moest ik telkens denken aan de keuken. Erg hè?

De thuiskomst vanavond was extra spannend. Het was donker, dus moest ik eerst de bouwlamp aan doen. En toen, ineens, zag ik het: een echte keuken! Met een joekel van een kookeiland.

Natuurlijk pastte dat enorme blad niet in één keer. Zo gaat dat in dit huis. Alles is schever, schuiner en minder waterpas dan zou moeten. Dat geldt dus ook voor de vloer in de keuken. Die verschilt over een lengte van vier meter zomaar een paar milimeter. Wat zijn nou een paar milimeter, hoor ik de klusleek al denken? Nou, Veel. Onze timmerman had er in elk geval grote moeite mee.

Maar geen nood. Een schaaf en wat advies van nóg een timmerman - onze buurman Harm - waren genoeg om de boel alsnog strak gemonteerd te krijgen. Het resultaat is meer dan bevredigend!

dinsdag, januari 15, 2008

En toen was er licht




Te veel klussen maakt raar. Ik weet het zeker. Sinds een tijdje kan ik namelijk nogal heftig reageren. Al van de meest kleine dingen word ik heel blij. Of juist heel boos. Maar dan ook echt buitenproportioneel blij of boos. Vooral dat laaste is compleet nieuw voor me.

Voorbeeld: toen ik vanmorgen de boerderij in liep, zag ik lampen branden. Geen bouwlampen, maar echte lampen. De spotjes in het plafond, de wallwashers en de wandarmaturen in de woonkamer gaven allemaal licht. Zomaar, ineens, terwijl we nog geen stroom hebben.

De installateurs - Gerko en André - bleken stroom te hebben afgetapt van het huisje waar we nu wonen. Stiekem. Prima, vond ik, want eindelijk zag ik nu hoe het huis er uitziet met licht. En dat is geweldig. Super. Van puur geluk ging ik spontaan gillen, springen en foto's maken. Wie doet dat nou? Blij worden van een lamp die aan is.

Tot zover het positieve verhaal. Nu het minder leuke deel. Zaterdag moest ik een 'torxbitje' kopen. Dat is een adaptertje voor op de accuboormachine, weet ik inmiddels. Met de auto reed ik in een kwartiertje naar de dichtstbijzijnde bouwmarkt. Daar liet ik me helpen door een medewerker. Na veel passen en meten dacht hij het juiste formaat bitje voor me te hebben. Ik geloofde hem direct, betaalde en reed terug.

Toen ik Wilfred de bitjes gaf, zag hij direct dat het de verkeerde maat was. Daarna werd ik toch boos. Niet op hem, maar op de wereld in het algemeen. Ik begon te schelden en te vloeken. Echt een compleet overspannen reactie, want waar gaat het helemaal over? Een verkeerd bitje, meer niet!

Maar daarbij bleef het niet. Ik moest die bitjes natuurlijk omruilen. En daarvoor moest ik dat hele eind - een kilometer of acht - terug rijden. Grommend en stampvoetend - nu weet ik waar dat woord vandaan komt - liep ik naar de auto. Met slippende banden reed ik weg en trapte het gaspedaal flink in.

Nét iets harder dan mocht, reed ik voor de tweede keer naar de bouwmarkt. Ik leek bijna zo'n agressieve bestuurder die in het tv-programma 'Blik op de weg' wordt aangehouden omdat hij zes rode stoplichten negeert en 250 km per uur rijdt binnen de bebouwde kom. Ik vond dat soort types altijd heel zielig en sneu, maar ineens begreep ik ze volledig. Ook al was ik nog zo beschaafd om de speedlimit met slechts 25 in plaats van 200 kilometer per uur te overschrijden (en wat die stoplichten betreft: die hebben we hier niet).

Twee keer zo snel als anders was ik bij de Fix It, waar ik de bitjes ruilde. Iets minder hard, maar nog altijd té, scheurde ik terug. Pas na een halve dag verven werd ik een beetje rustig. Kon ik weer lachen in plaats van schreeuwen.

De verklaring voor deze gekkigheid? Te veel verf gesnoven, te veel balken gesjouwd, te veel isolatiemateriaal in plafonds gestopt de afgelopen twee jaar. Gelukkig zijn we bijna uitgebouwd. En word ik straks weer normaal. Hoop ik.

vrijdag, januari 04, 2008

Verven verven verven




Verven. Op de bouw bestaat ons leven de laatste tijd uit bijna niets anders. Ik doe het al een jaar en Wilfred heeft zich de kwast sinds kort nu ook eigen gemaakt. Sinds een paar weken zijn hij en zijn vader uitgetimmerd en dus heeft Wilfred ook tijd om te verven.

We hebben de taken verdeeld: Wilf latext voornamelijk, ik zit in de lak. En dat gaat goed. Zo goed, dat Wilfred na twee weken hard doorwerken in de kerstvakantie zelfs al helemaal is uitgelatext (mooi woord). Alle muren zijn van twee lagen latex voorzien en zien er superstrak uit.

Ook met het lakken gaat het vlot: na de meeste plinten en kozijnen te hebben gehad, ben ik nu aangeland bij de houten vloeren. Op de tweede etage heb ik de vloer al drie keer in de lak gezet; op de eerste etage ga ik morgen beginnen. Kniebeschermers om, schoenen uit, drie paar sokken aan (anders vriezen mijn tenen er zowat af) en lekker high worden maar van alle giftige dampen.


Geef ons nog een week of twee, dan kunnen we de kwasten definitief schoonmaken en opbergen. Weg emmers met rollers, weg terpentine, weg potten met verf. Klaar!

Wat weer niet wil zeggen dat we definitief en helemaal klaar zijn. We wachten nog op de komst van de trap, het keukenblad en gas, water en elektriciteit. Pas dan zijn we echt klaar.

Tot die tijd lopen we nog lekker met wallen en rode oogjes rond. Glunderende rode oogjes, dat wel.

Mini-verhuizing


Vanavond zijn we stiekem al een heel klein beetje verhuisd. We konden het niet laten.
Eén hoekje in de keuken annex woonkamer dat al helemaal latex- en lakklaar is, schreeuwde er gewoon om ingericht te worden. En dat hebben we gedaan. Met een heel speciaal bankje.

Het komt van Texel. Daar woont een heel lange jongen (minstens 2 meter) die elke dag naar het strand fiets om te jutten. Alle spullen bindt hij aan zijn rijwiel en helemaal volgeladen rijdt hij dan weer naar huis. Daar maakt hij van het aangespoelde hout allerlei meubels, zoals bovenstaand bankje.

En nu staat het bankje dus bij ons in huis. Het eerste meubel in de boerderie. Geweldig.