zondag, januari 28, 2007

Installateur




Okay, het is iets later dan we oorspronkelijk hadden bedacht, maar nu is het toch zover: de installateur is begonnen! Om even voor achten 's ochtends stopte er een busje voor de deur. Het busje van de installateur. Met een ladder en andere praktische hulpmiddelen op het dak. Een mooi gezicht, vond ik, want het luidde weer een nieuwe periode in.
Johannes, zo stelde de blonde installateur zich voor. Hij is 24 jaar en woont bij ons in het dorp, bij zijn ouders. Dat laatste is meer omdat hij nog niet een leuk huisje hier heeft kunnen vinden. Woningen voor starters zijn schaars en vaak nog best duur, hier in Gaasterland. Maar, zo vertelde Johannes, hij heeft geen haast. Dat scheelt.
Toen Johannes bezig was in ons huis, heb ik een tijdje staan kijken naar wat hij doet en hoe hij alles doet. Ik weet niet hoe dat gaat, elektriciteit aanleggen in een huis. Maar nu kon ik het zien en dus volgde ik met een soort kinderlijke nieuwsgierigheid Johannes' handelingen: het vastboren van hele hordes gele plastic buizen aan het plafond. Je weet wel, die buizen waarmee je als kind papieren pijltjes afschoot op vijanden. Hij boorde wat en liep van de ene naar de andere kamer, en klom dan weer op de ladder. Of hij zette stopcontactdoosjes in de gipsplaten.
Het zag er ingewikkeld uit. Dat is het ook als je het voor het eerst doet, bij je eerste huis, zei Johannes. Maar als je het, zoals hij, vaker hebt gedaan, weet je precies hoe het moet. Ik geloofde hem direct. Wat wil je ook, met die blauwe ogen van hem.
Niet dat Johannes nou uit zijn hoofd weet waar alles moet komen. Dat haalt hij allemaal van een installatietekening. Daarop staat precies waar elk stopcontact, elk spotje, elke wandarmatuur (had ik ook nog nooit van gehoord) en elk lichtschakelaar moet komen. En op welke hoogte, en hoeveel van elk. Dingen waar ik nog niet eerder in mijn leven over na had gedacht. Maar nu dus wel. En meteen ook heel veel.
Uren hebben we nagedacht over waar in elke kamer lampen moeten komen en waar de stopcontacten. Al een jaar geleden begonnen we ermee, op papier. En de afgelopen weken deden we het opnieuw, maar nu 'life', in het huis. Elke ruimte zijn we langs gelopen om met een stift op de muur aan te geven wat er moet komen en waar.
Om dat te kunnen beslissen, moet je wel eerst weten wat je in die kamer gaat doen en waar je de meubels neer zet. Waar komt het bed, waar onze bedlampjes en waar dus de stopcontacten? Waar komen de wastafels en waar dus het stopcontact? Hoe gaat de deur open en waar moet dus de lichtschakelaar komen? Waar komt de computer en waar dus de kabelaansluiting?
Na een paar avondjes hadden we al struinend het hele huis ondergekladderd met zwarte graffiti. Mede dankzij het lichtplan van onze binnenhuisarchitecte Yvonne waren we er uitgekomen. Daarop staat precies waar de lampen komen en wat voor soort lampen: spotjes, een pendel, wandarmaturen.
Maar op dat plan staat niet welke lichtschakelaars op welke lampen zijn aangesloten. Met andere woorden: als je een schakelaar aan doet, welke lampen gaan er dan aan of uit? Alleen de spotjes aan het plafond, of ook de wandarmaturen? En ook de pendel boven de eettafel? En de lamp in het trappenhuis? Laatst hebben we dus ook een avondje daarover nagdacht. Een avondje logisch nadenken over dingen die zo vanzelfsprekend lijken, maar dat niet zijn, weet ik nu.
Maar ik dwaal af. In de afgelopen anderhalve week is Johannes vijf dagen bezig geweest. Hij is nog altijd op de begane grond. Het zal nog weken duren voor hij klaar is. Maar 'we' gaan vooruit. En daar gaat het om.

zaterdag, januari 13, 2007

Stort


Ik ben vaste klant bij de stort. Minstens een keer per maand kom ik er, met een volgeladen kar en auto. De vracht wisselt: in het begin van de bouw had ik de hele huisraad van het vakantiehuisje bij me, later volgden karren met hout, bakstenen, isolatiemateriaal en bouwpuin. Tegenwoordig zit ik vooral in het gips. Ik weet ook al precies in welke container ik het materiaal moet storten.
Voor sommige materialen moet je betalen. Daar kwamen we achter toen het eigenlijk al te laat was. Het was de allereerste keer dat we bij de stort kwamen. Een van de controleurs bekeek nauwgezet onze lading - betumen, gips, isolatiemateriaal - en schreef daarna 63 euro op het bonnetje. Sorry? Come again? Om te bewijzen dat hij echt gelijk had, gaf de man ons een briefje met alle tarieven voor de verschillende bouwmaterialen. En daar stond het. 63 euro voor een halve kub chemisch afval. Heel jammer.
Na betere bestudering van het beruchte briefje kwamen we erachter dat je veel geld kunt besparen door de verschillende bouwmaterialen gescheiden in te leveren. Sindsdien doen we dat dus. Maar dan nog blijft het elke keer weer afwachten wat je moet betalen. Want de ene keer berekent de controleur een volle kar als een halve kub, de andere keer als een kwart kub.
In die gevallen is het makkelijk dat je een vrouw bent. Die zien ze niet vaak op de stort. En zeker geen vrouwen in gele overall. En al helemaal geen vrouwen die ook nog de tijd nemen voor slap ouwehoeren. Natuurlijk doe ik dat in de eerste plaats om de prijs te drukken -wat me meestal ook lukt - maar inmiddels is een ritje naar de stort mede daardoor een leuk uitje geworden.
Durk - zoals de controleur van het eerste uur heet - vraagt hoe het met de bouw gaat, ik geef antwoord en vraag vervolgens of het erg druk is. Dat soort dingen. Het gaat nergens over, zeg maar. Veel zaterdagen verliepen volgens dat patroon, tot een zaterdag in april. Bij de ingang zag ik een bord waarop stond dat ik Dirk een zoen moest geven omdat hij met pensioen ging. Dat deed ik dus. Dirk had dat niet verwacht, want hij keek me erg verbaasd aan; zijn collega's vonden het schitterend. Ik vroeg hem naar zijn pensioenplannen en of hij het werk erg zou missen. Hij knikte van ja, en moest slikken. Ik had erg met hem te doen. Sindsdien heb ik Dirk nog één keer gezien op de stort - hij kon het niet laten.
De opvolger van Dirk is een aardige man, hoewel ik niet weet hoe hij heet. Met hem voer ik dezelfde soort gesprekken als met Dirk. Hij lacht best veel en matst me af en toe met de prijs. Ik kwam hem laatst tegen op een feest in ons dorp. Ik herkende hem eerst niet, maar toen zag ik het ineens: de man van de stort. We hebben wat gekletst en vrolijk geproost op de bouw, Friesland en de vuilnisdump.
Vandaag was ik er weer, met een kar vol gips. 'Mijn' controleur zat er ook. De prijzen waren iets omhoog gegaan in het nieuwe jaar, zei hij. En dat hij de volgende keer toch echt een halve in plaats van een kwart kub zou rekenen voor mijn bomvolle kar. Ik vond het allemaal prima, zwaaide vrolijk naar hem toen ik onder de slagboom door reed.

Doorgaan




Ontspannen! Niets lekkerder tijdens zo'n bouwproces dan af en toe flink relaxen. Kerst vieren, wandelen bij het IJsselmeer, shoppen voor lampen en meubilair. Hebben we veel gedaan de afgelopen dagen.

Behalve erg fijn, is een beetje 'chillen' ook hard nodig om het allemaal vol te houden. Om door te gaan. Om gemotiveerd te blijven. Want we hebben er nu een dik jaar bouwen opzitten, maar we moeten ook nog een jaar. En dat vind ik soms een erg onaantrekkelijk idee. Alles behalve aanlokkelijk.

Want dat betekent nog een jaar lang elke zaterdag en woensdag en andere vrije dagen vroeg op staan om de hele dag te gaan klussen. Nog een jaar lang elke dag to do-bouwlijstjes maken om er aan het einde van de dag achter te komen dat je nog maar de helft ervan hebt afgehandeld.

Nog een jaar lang controleren of aannemers, elektromonteurs en stukadoors hun werk wel goed doen. Nog een jaar lang offertes aanvragen. Nog een jaar lang aan (bijna) niets anders denken dan het huis. Nog een jaar lang moe zijn. Nog een jaar lang nauwelijks op vakantie gaan. Nog een jaar lang je vrienden verwaarlozen.

En zo kan ik nog wel even door gaan. Het klinkt afschuwelijk. En dat is het soms ook. De meeste vrienden en collega's hadden dat natuurlijk al veel eerder in de gaten. Die doen zoiets niet. Die weten wel beter. Die besteden het gewoon uit of beginnen er überhaupt niet.

Die kijken me verbaasd en vol afschuw aan als ze vragen hoe het met de bouw gaat en ik dan zeg dat nóg een jaar gaat duren. En die vragen daarna altijd hoofdschuddend 'hoe we dat toch volhouden'.

Afhankelijk van mijn bui antwoord ik dat we geen keuze hebben, dat we wel door moeten gaan nu we al zo ver zijn gekomen. Een andere keer vertel ik dat het een kwestie is van mindsetting: niet vooruit kijken, maar kijken naar wat je al hebt gedaan. Ook een goed ritme helpt: op tijd beginnen, op tijd stoppen en regelmatig ontspannen. Of ik zeg dat het gewoon erg leuk is om te doen, dat het veel bevrediging geeft om zelf je eigen huis te ontwerpen en te bouwen.

En soms antwoord ik dat ik het ook niet weet.

Metselen


Tijdens deze bouw barst het van de mijlpalen. Het dak af, de buitenmuren klaar, alle verdiepingsvloeren erin, de dakgoot in de lak. Het gaat maar door. Op 9 december hadden we ook een bijzondere mijlpaal. We waren die dag precies 1 jaar eigenaar van dit gebouw. Echt gevierd hebben we het niet. We hadden het te druk met het bereiken van de volgende mijlpaal: een muur van 6 bij 3,80 meter metselen in de vide.

Voordat mijn schoonvader Henk aan de klus kon beginnen, moesten we nog het nodige voorbereiden, zoals de ruim 2400 eigenhandig schoongebikte bakstenen binnen opstapelen en maatvoering op de profielen aanbrengen (om ervoor te zorgen dat je de bakstenen waterpas op elkaar metselt). Verder moesten we van alles klaar zetten: de waterslang, cementzakken en cementmolen om het cement mee en in te maken, de kruiwagen om het cement in te vervoeren, speciekuipen om het cement in te doen en metselgereedschap om het cement aan te brengen. Ook hadden we nog allerlei materiaal klaar liggen om een steiger van te kunnen bouwen.

Henk had vier dagen gereserveerd om de muur te metselen. Enthousiast ging hij woensdag aan de slag. Iets minder enthousiast kwam hij twee uurtjes later ons huisje - de schaftkeet - binnen. Hij liep een beetje gebogen, wreef met zijn hand over zijn rug, die blijkbaar nogal pijn deed. Een paar dagen eerder was hij door zijn rug gegaan, en door al dat gebuk tijdens het metselen werd de rug er niet soepeler op. Maar hij klaagde niet en ging stug door. Met als gevolg dat hij vrijdag enorm krom liep en minstens vijf minuten nodig had om op te staan uit een stoel. Het zag er heel zielig uit. Maar ondanks zijn driedubbele hernia-achtige pijnen, presteerde hij het toch om de muur af te krijgen. Nog wel een dag eerder dan gepland.

Ik moest eerst even wennen aan het resultaat. Vond al die steentjes er nogal kitsch uit zien, maar inmiddels ben ik er helemaal weg van. Weer een mijlpaal bereikt.