vrijdag, oktober 16, 2009

He-le-maal in Friesland




Hieronder staan oude posts...

Friesland? Dat is toch een heel eind rijden? En hoe doe je dat als je naar je werk moet in Hilversum? Blijf je daar dan overnachten?

De reacties die ik krijg van Randstedelingen zodra ze horen waar ik woon, kan ik inmiddels wel dromen. Inderdaad, he-le-maal in Friesland. Mijn auto is standaard uitgerust met overlevingsdekens, snowboots, koffiezetapparaat en allerhande anti-vriesproducten. Voor het geval ik tijdens die monstertocht van vijf kwartier panne krijg.

Dat die rare provincie dus helemaal niet zo ver van de bewoonde wereld ligt, valt veel mensen mee. Maar dan nog, waarom Friesland of all places? Voor een antwoord op die vraag verwijs ik naar bovenstaande foto's: genomen op een zaterdagmiddag in september, al varend op ons eigen bootje op het Heegermeer, op nog geen vijftien minuten rijden van onze boerderie. Daarom, Friesland.

woensdag, oktober 07, 2009

Housewarming


Tijd voor een feestje. Dat was het deze zomer. Om te vieren dat Het Huis Af Is. En omdat we al in geen miljoen jaar meer een feestje hadden gegeven. Daar hadden we trouwens een goed excuus voor: het huis was nog niet af.

Na al ruim anderhalf jaar in de boerderij te hebben gewoond, konden we het niet langer uitstellen, de housewarming. Bouwers en klussers die ons hadden geholpen, moesten eindelijk eens het resultaat zien van al hun noeste arbeid.

En dus mestten we de boekenkast uit, schudden we het beddengoed op, hingen we schilderijen recht, snoeiden we hegjes en maaiden we het gazon. We leenden tenten, tafels en stoelen, regelden hapjes bij een goede cateraar, haalden de plaatselijke slijter leeg en nodigden iedereen uit die we de afgelopen jaren in meer of mindere mate sociaal hadden verwaarloosd.

Daarna begon het Grote Wachten op De Eerste Gasten. Al jaren is mijn grootste nachtmerrie dat ik een feest geef, maar niemand komt. Gelukkig kwam de droom tot nu toe nooit uit en hoefde ik nooit in mijn eentje de taart op te eten. Ook deze keer weer was ik onterecht zenuwachtig geweest: tegen vijven stond de tuin vol jong en oud volk, knalden de champagneflessen en gaven Wilfred en ik als volleerde gidsen rondleidingen door het huis.

Zo ging het een paar uur lang door, totdat iedereen moe was, of dronken. De volgende dag waren er de bekende katers, vieze asbakken en bergen rommel. Maar dat deed er allemaal niet toe, want ik voelde me vooral erg blij en trots. En dankbaar. En meer van dat soort gevoelens die horen bij het afronden van een groots en meeslepend project. Af, dat is het.

maandag, mei 11, 2009

Groene vingers



Zo, de tuin begint eindelijk een beetje op een tuin te lijken. Dat werd ook tijd. De afgelopen jaren had het stuk grond rondom ons huis meer weg van een bouwput of vuilstort dan een mooi stukkie groen waar je lekker in verpoost. Niet echt een fraai uitzicht dus vanuit je nieuwe woonkamer. Bovendien was het ook nog eens levensgevaarlijk, want het zat vol met gaten waar je zomaar in kon vallen (Wilfred kan hierover meepraten).

Toen we vorig jaar februari na twee jaar bouwen eindelijk moe, maar voldaan op onze banken hingen uit te rusten van al die noeste arbeid, besloten we een doorstart te maken. We konden ons toch nauwelijks ontspannen na twee jaar in de hoogste versnelling te hebben geleefd. Eigenlijk kwam het dus heel goed uit dat de tuin nog niet klaar was. 

Zo kwam het dat we, na twee maandjes rust, de overall en laarzen weer uit de kast haalden. We moesten wat doen en wel nu. Eerst sloopten we het huisje waar we twee jaar lang in woonden. Daarna ruimden we ons lapje grond op. Een stuk of vier containers van 10 kub elk waren nodig om alle stenen, houtresten, gips, puin kwijt te kunnen. 

Wat overbleef was een hobbelig veld vol brandnetels en ander onaardig groen. Die (en dat) trok ik eruit, gewapend met handschoenen natuurlijk. Vervolgens kwam Willem, een dorpsgenoot, met zijn grote graafmachine langs om de grond op te hogen en te egaliseren. 

Bij de Welkoop kochten we een zak graszaad. Als volleerd zaaiers strooiden we die zaadjes uit over het land. Toen ik dat deed, voelde ik me net iemand uit de Bijbel. Daarin komen ook altijd mensen voor die zaad uitstrooien over het land. Ik strooide het er trouwens met veel liefde in, want ik hoopte dat het gras dan beter zou groeien. En warempel, het heeft geholpen, want inmiddels hebben we een knap grastapijtje (op wat kale plekjes hier en daar na).

Maar met gras alleen ben je er nog niet. Hegjes moesten er komen, tegels, vlonders, olijfboompjes, een oprijlaan, paadjes, een schuurtje, boompjes, schuttingen, bloembakken, potten 'met iets leuks erin', tuinmeubelen, klimop en bodembedekkers. Man, wat een werk, zo'n tuin. En wat een kapitaal ben je eraan kwijt, als je niet oplet.

Na 1 jaar wroeten in de aarde is de tuin nog lang niet af. Maar we kunnen het in elk geval weer een tuin noemen, in plaats van een bouwput. 

donderdag, april 23, 2009

Enfin


Zonsopkomst in de achtertuin. Als ik wakker word, en beneden kom, zie ik soms dit. Een prachtig, verstillend landschap. Alsof ik me in een sprookjesboek bevind.

Ik keek net even naar een herhaling van De Wereld Draait Door, die geheel aan Martin Bril was gewijd. En toen moest ik ineens aan deze foto denken. Ze passen wel bij elkaar: lege, mistige weilanden en de dood. 

Het maakt me droevig, en blij tegelijk, zijn dood. Droevig, omdat ik zijn columns voortaan moet missen, maar vooral omdat ik weet dat zijn dochters hun vader voortaan moeten missen. En zijn vrouw haar man. 

Blij. Omdat hij zoveel moois heeft nagelaten. Mooie verhaaltjes met mooie woorden over het kleine in Nederland: de slager op de hoek, knoppen aan bomen in de lente, kruispunten, bankjes, wolken van baby's. 

Enfin.

zaterdag, april 18, 2009

Schuurtje af



Het is onze laatste officiele klus. Een schuurtje bouwen. We hebben wel een mega-boerderij, maar geen plek om onze fietsen, tuinslang en grasmaaier te stallen. Dus die staan nu respectievelijk in de woonkamer en op de veranda. Samen met nog heel veel andere spullen. Waardoor de veranda al tijden dienst doet als opslag in plaats van terras. Hoog tijd dus voor een schuur.

Vorig jaar oktober zouden we met bouwen beginnen. Maar telkens hadden we enorm goede excuses om dat uit te stellen. Feestjes. Te moe. Zwanger. Druk op het werk. Geen zin. Nog geen definitief ontwerp. Te koud. Lekke band.
 
Volgende week, dan zouden we beginnen. Volgende week werd uiteindelijk 14 februari. Toen ging de eerste cementpaal eindelijk in de grond. 

Sinds die dag is het elke zaterdag weer ouderwets klusdag. Schoonvader Henk zingt weer vrolijke liedjes in zijn overall, ik haal verse krentenbollen bij de bakker, om elf uur drinken we koffie, twee uur later lunchen we in de tuin en tussendoor scheur ik van bouwmarkt naar bouwmarkt voor dat ene speciale doosje schroeven dat de heren ineens zo hard nodig hebben.  

Net als vroeger dus, maar dan anders. Want baby Mats is in the house, en ik dus ook.  En omdat het allemaal wat minder urgent is, zo'n schuurtje, doen de klussers het veel rustiger aan. Ze beginnen om negen in plaats van acht uur, en stoppen een uurtje eerder dan voorheen. De bier-drink-traditie na afloop hebben ze er trouwens wel ingehouden. 

Vandaag, op de laatste klusdag, moesten Henk en Wilfred nog wat restkarweitjes doen, zoals de deur ophangen, de vloer leggen en de schappen maken. Vrolijk fluitend gingen ze aan de slag. En vrolijk fluitend waren ze na een paar uur werken klaar. En dan bedoel ik dus ook echt klaar. De komende jaren hoeven we niet meer te klussen. Het huis is af. De tuin zo goed als. Niets meer doen. Wat een tijd. Wat een vrijheid. 

Gelukkig hebben we vorig najaar een 20 jaar oude zeilboot gekocht die hoognodig opgeknapt moet worden. We zouden ons maar eens vervelen.

maandag, januari 12, 2009

Schaatsen op het IJsselmeer


Truus en ik zouden zondag mee doen aan een toertocht op het IJsselmeer, van Hindeloopen naar Molkwerum en weer terug. Een kilometer of 10. Wij er heen. Blijkt de tocht ineens te zijn afgelast. De burgemeester zou bang zijn geweest voor te veel drukte en te weinig parkeergelegenheid, vertelde iemand van de organisatie.
Maar volgens deze zelfde meneer konden we evengoed wel het ijs op gaan, want het was dik genoeg. Als we maar dicht langs de kant bleven. Samen met nog enkele teleurgestelde schaatsers die op de tocht waren afgekomen, gingen we dus alsnog het dichtgevroren IJsselmeer op. Maar niet voor lang. Want het waaide snoeihard, waardoor de gevoelstemperatuur rond de - 20 lag en je nauwelijks vooruit kwam. En het ijs was zowat onschaatsbaar. Het lag vol met dikke lagen, tja, ijs. Dus echt vaart kon je niet maken. Het was eigenlijk meer een soort klunen, wat we deden.
Na een kilometer krabbelen besloten we daarom dat het goed was. We hadden bewezen dat we bikkels waren. Bovendien zat er nauwelijks nog gevoel in onze handen en tenen. Hoog tijd dus voor hete chocolademelk met slagroom. We keerden Molkwerum - in de verte - dus de rug toe en toen werd het ineens leuk. Zonder iets te hoeven doen, blies winkracht vijf ons terug naar Hylpen, zoals de Friezen Hindeloopen noemen. We moesten alleen die rare ijsbobbels ontwijken, meer niet.
Echt ver zijn we dus niet gekomen. Maar we kunnen nu wel zeggen dat we hebben geschaatst. Op het IJsselmeer.

zaterdag, januari 10, 2009

Van binnen





Op veler verzoek: een kleine impressie van ons huis dat na dik twee jaar onafgebroken bouwen eindelijk af is. Meer foto's - van exterieur, tuin en andere vertrekken - volgen zsm!