Maandagochtend. Tien voor zeven. Vroeg dus. Ik lig nog in bed – want heb vakantie – als ik wakker word van allerlei geluiden buiten. Ik kijk door het raampje en zie wel tien grote kerels bij ons huis staan en een busje van Rocda Vloeren; het bedrijf dat onze betonnen afdekvloer gaat maken dinsdag. Morgen dus. Niet vandaag. Maar blijkbaar is de planning gewijzigd.
Inderdaad, vandaag gaat het toch echt gebeuren, vertelt de stevige opperman Dirk als ik half in coma de voordeur open doe. Terwijl ik bedenk hoe we de boel een dagje uit kunnen stellen zodat ik weer kan gaan slapen, rijdt een giga betonmolen de oprit op. Dat wordt helemaal niets verzetten, bedenk ik balend, en ga samen met Wilfred aan de slag.
Want ineens moet er van alles gebeuren. Deuren van de boerderij openen. Onze auto’s aan de kant zetten om plaats te maken voor Rocda’s wagenpark. Een wat norse Dirk aanhoren die overal commentaar op heeft: de kozijnen zijn te laag, de dilatatievoegen te zacht en de stopcontacten te los. Bellen met de installateur om te zeggen dat hij per direct een mannetje moet sturen om al die ‘fouten’ te herstellen. En natuurlijk koffie zetten, veel koffie zetten.
Na een uur als een stel wilde gekken (want nog slaperig en in onze pyjama) rond te hebben gerend, staat alles en iedereen klaar om het beton te gaan storten: twee mannen houden de wel twintig meter lange betonslurf vast, eentje staat aan het uiteinde om de slang te verplaatsen, een andere jongen peilt de hoogte van de vloer met een meterpeil, drie mannen harken het beton aan, één man regelt de betonmolen en wat de laatste man doet, ben ik vergeten.
Het ziet er enorm chaotisch uit. Iedereen harkt en spuit en drukt en roept. Maar toch ligt de 14 m3 beton er voor ’s middags twaalf uur in. Tijd voor het gezelschap om plaats te maken voor twee rustiger en wat oudere heren die al achttien jaar in het betonvloerenvak zitten.
Hun specialiteit: de vloer glad afwerken. Dat doen ze met speciale machientjes die eruit zien als een soort stok met handremmen en onderaan een heel hard rond draaiende curlingschijf. Om één uur ’s middags beginnen ze met ‘boenen’, en zeven uur later zijn ze klaar. Helemaal zwart van de poederkleurstof en grijs van het beton komen ze uit de boerderij lopen. Moe, maar tevreden, schat ik zo in. En als zij dat niet zijn, dan wij wel.
Inderdaad, vandaag gaat het toch echt gebeuren, vertelt de stevige opperman Dirk als ik half in coma de voordeur open doe. Terwijl ik bedenk hoe we de boel een dagje uit kunnen stellen zodat ik weer kan gaan slapen, rijdt een giga betonmolen de oprit op. Dat wordt helemaal niets verzetten, bedenk ik balend, en ga samen met Wilfred aan de slag.
Want ineens moet er van alles gebeuren. Deuren van de boerderij openen. Onze auto’s aan de kant zetten om plaats te maken voor Rocda’s wagenpark. Een wat norse Dirk aanhoren die overal commentaar op heeft: de kozijnen zijn te laag, de dilatatievoegen te zacht en de stopcontacten te los. Bellen met de installateur om te zeggen dat hij per direct een mannetje moet sturen om al die ‘fouten’ te herstellen. En natuurlijk koffie zetten, veel koffie zetten.
Na een uur als een stel wilde gekken (want nog slaperig en in onze pyjama) rond te hebben gerend, staat alles en iedereen klaar om het beton te gaan storten: twee mannen houden de wel twintig meter lange betonslurf vast, eentje staat aan het uiteinde om de slang te verplaatsen, een andere jongen peilt de hoogte van de vloer met een meterpeil, drie mannen harken het beton aan, één man regelt de betonmolen en wat de laatste man doet, ben ik vergeten.
Het ziet er enorm chaotisch uit. Iedereen harkt en spuit en drukt en roept. Maar toch ligt de 14 m3 beton er voor ’s middags twaalf uur in. Tijd voor het gezelschap om plaats te maken voor twee rustiger en wat oudere heren die al achttien jaar in het betonvloerenvak zitten.
Hun specialiteit: de vloer glad afwerken. Dat doen ze met speciale machientjes die eruit zien als een soort stok met handremmen en onderaan een heel hard rond draaiende curlingschijf. Om één uur ’s middags beginnen ze met ‘boenen’, en zeven uur later zijn ze klaar. Helemaal zwart van de poederkleurstof en grijs van het beton komen ze uit de boerderij lopen. Moe, maar tevreden, schat ik zo in. En als zij dat niet zijn, dan wij wel.
1 opmerking:
Dag Jikke,
Zou je jullie ervaring met de betonvloer willen delen na enkele jaren gebruik? Is het nog steeds mooi, hoe is het onderhoud etc. Het achterhuis van onze woonboerderij willen we ook afwerken met een gevlinderde betonvloer en ben daarom opzoek naar wat gebruikerservaringen.
Groet,
Emiel
Een reactie posten