Maar volgens deze zelfde meneer konden we evengoed wel het ijs op gaan, want het was dik genoeg. Als we maar dicht langs de kant bleven. Samen met nog enkele teleurgestelde schaatsers die op de tocht waren afgekomen, gingen we dus alsnog het dichtgevroren IJsselmeer op. Maar niet voor lang. Want het waaide snoeihard, waardoor de gevoelstemperatuur rond de - 20 lag en je nauwelijks vooruit kwam. En het ijs was zowat onschaatsbaar. Het lag vol met dikke lagen, tja, ijs. Dus echt vaart kon je niet maken. Het was eigenlijk meer een soort klunen, wat we deden.
Na een kilometer krabbelen besloten we daarom dat het goed was. We hadden bewezen dat we bikkels waren. Bovendien zat er nauwelijks nog gevoel in onze handen en tenen. Hoog tijd dus voor hete chocolademelk met slagroom. We keerden Molkwerum - in de verte - dus de rug toe en toen werd het ineens leuk. Zonder iets te hoeven doen, blies winkracht vijf ons terug naar Hylpen, zoals de Friezen Hindeloopen noemen. We moesten alleen die rare ijsbobbels ontwijken, meer niet.
Echt ver zijn we dus niet gekomen. Maar we kunnen nu wel zeggen dat we hebben geschaatst. Op het IJsselmeer.