Het was half acht ´s ochtends toen ik ineens het geluid van een busje hoorde. Het was een bekend geluid. Een geluid dat ik in mei, juni en juli elke dag hoorde. Die maanden waren Bert en zijn collega - die ik voor de vorm maar even Ernie noem - bijna fulltime bij ons bezig om het dak en de muren te maken.
Bert en Ernie werken voor de aannemer aan wie we die klus hadden uitbesteed. Ze vormen een bijzonder duo, al is het maar omdat de een heel veel praat en de ander bijna niet. Bert is ook heel lang en wat ouder, de ander relatief klein en jong.
Na ze bijna twee maanden niet te hebben gezien - het was bouwvakantie - liepen ze vanmorgen ineens weer rond het huis. Het was mooi geworden, zei Ernie. Ze waren hier om nog wat kleine klusjes op te knappen in het kader van de oplevering. Btw innen, noemde Ernie het.
Dat werkt zo. Voordat wij de laatste rekening betalen van de aannemer, moet hij eerst nog alle dingen repareren die hij nog niet goed heeft gedaan. Dat hebben wij dan weer op een lijst geschreven. Daarvoor zijn we op een avond het hele huis doorgelopen, om te controleren wat wel en niet in orde is. En dat stuit je op allemaal kleine dingen. Zoals een ontbrekende dakpan, een muurtje waar nog wat stenen missen, een stukje hout dat nog ergens onder moet.
Aan de hand van die lijst zijn Bert en Ernie vandaag dus aan de slag gegaan. Ze begonnen met het aanbrengen van een soort anti-damplijst onder de dakpannen. Ik weet helemaal niet zeker of dat zo heet. Maar het heeft wel iets te maken met het tegenhouden van water. Dat zag er leuk uit: twee van die mannen naast elkaar op een ladder, in de vroege ochtend.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten