Wat leggen we op de vloer? Iedereen die een huis heeft gekocht, moet die vraag een keer beantwoorden. Wij dus ook. En da's geen eenvoudige zaak, kan ik u vertellen. Tegenwoordig is de keuze uit vloerbedekking enorm, zo ontdekten wij al onderzoek doend. Het aanbod varieert van beton, Peruaans eiken, getrommelde kasteelplanken, parket en lekker wollig tapijt tot glad poxy, hip vinyl of met wilde prints bedrukt multiplex. En duizenden soorten laminaat.
Een beetje snelle beslisser weet natuurlijk zó wat 'ie wil. Ik niet. Vandaar dat ik eerst inspiratie ging opdoen. Bladen als VT Wonen's en Eigen Huis & Interieur zijn daar heel geschikt voor. Die knallen zowat uit elkaar van de reclames, tests (fijn woord) en artikelen over vloeren.
Daarna zijn we naar allerlei vloerenwinkels gegaan. Heel leuk is het daar, want ik zag er de meest geweldige materialen. Maar het was ook heel frustrerend, want het spul dat ik wilde hebben, was ook meteen het duurst. Dat hoeft geen probleem te zijn, maar wel als je woonkamer zo'n 180 vierkante meter is. Een Bruynzeelvloertje van Amerikaans grenen - met extra brede planken – doet dan al snel twintigduizend euro. En da’s nog exclusief leggen.
Al vrij vlot kwamen we tot de conclusie dat er voor de woonkamer maar één optie overbleef: een gevlinderde betonvloer. Heel betaalbaar én heel stoer. Bleven over: de gangen en slaapkamers. Na een maand of vier wisten we wat er op de gangen moest komen: grote rechthoekige platen meranti multiplex.
In juni heeft een groep wilde mannen de betonvloer gestort. De merantiplaten liggen er sinds afgelopen woensdag. Tineke en ik hebben ze gelakt; Henk en Wilfred hebben ze gelegd. Het resultaat is geweldig.
Nu alleen de slaapkamers nog. Dat er tapijt moet komen, weten we al. Da's lekker zacht aan je voeten. Maar welk soort? In elk geval niet het spul dat in mijn kamer lag tijdens mijn studietijd. Dat kwam van de Leenbakker, kostte vier of vijf gulden per strekkende meter. Goedkoper was er niet. En dat was ook te merken: na een week was het al een paar meter opgerekt en als ik er een sprintje op trok, stonden mijn voeten ongeveer in de brand, zo synthetisch was het.
Dat was toen. Nu is het tijd voor kwaliteit. Mooi spul. Paradijs onder mijn voeten, jong mos. Dus gingen we naar een designzaak. De enthousiaste eigenaar - die er met zijn zwarte kleren en designbril eerder uitzag als een kunstenaar - liet ons de meest prachtige stalen zien, die in prachtig vormgegeven boeken zaten en van de meeste prachtige kwaliteit en kleuren waren. Precies wat ik wilde!
Na anderhalf uur voelen en knuffelen durfde ik eindelijk de Grote Vraag te stellen: hoe veel kost het? De artistieke man keek ons blij aan, alsof er niets aan de hand was, en zei toen vrolijk: elfhonderd euro per strekkende meter! Voor de vorm hebben we nog wat vragen gesteld en rondgekeken. Toen zijn we snel en teleurgesteld de winkel uitgelopen.
Inmiddels heb ik ontdekt dat er ook nog iets is tussen Kwantum en design - wat tapijt betreft. Tientallen stalen heb ik ervan in huis liggen. Ons testpanel - kat Brokkie en poes Saartje - heeft ze al goedgekeurd. Nu wij nog.
Een beetje snelle beslisser weet natuurlijk zó wat 'ie wil. Ik niet. Vandaar dat ik eerst inspiratie ging opdoen. Bladen als VT Wonen's en Eigen Huis & Interieur zijn daar heel geschikt voor. Die knallen zowat uit elkaar van de reclames, tests (fijn woord) en artikelen over vloeren.
Daarna zijn we naar allerlei vloerenwinkels gegaan. Heel leuk is het daar, want ik zag er de meest geweldige materialen. Maar het was ook heel frustrerend, want het spul dat ik wilde hebben, was ook meteen het duurst. Dat hoeft geen probleem te zijn, maar wel als je woonkamer zo'n 180 vierkante meter is. Een Bruynzeelvloertje van Amerikaans grenen - met extra brede planken – doet dan al snel twintigduizend euro. En da’s nog exclusief leggen.
Al vrij vlot kwamen we tot de conclusie dat er voor de woonkamer maar één optie overbleef: een gevlinderde betonvloer. Heel betaalbaar én heel stoer. Bleven over: de gangen en slaapkamers. Na een maand of vier wisten we wat er op de gangen moest komen: grote rechthoekige platen meranti multiplex.
In juni heeft een groep wilde mannen de betonvloer gestort. De merantiplaten liggen er sinds afgelopen woensdag. Tineke en ik hebben ze gelakt; Henk en Wilfred hebben ze gelegd. Het resultaat is geweldig.
Nu alleen de slaapkamers nog. Dat er tapijt moet komen, weten we al. Da's lekker zacht aan je voeten. Maar welk soort? In elk geval niet het spul dat in mijn kamer lag tijdens mijn studietijd. Dat kwam van de Leenbakker, kostte vier of vijf gulden per strekkende meter. Goedkoper was er niet. En dat was ook te merken: na een week was het al een paar meter opgerekt en als ik er een sprintje op trok, stonden mijn voeten ongeveer in de brand, zo synthetisch was het.
Dat was toen. Nu is het tijd voor kwaliteit. Mooi spul. Paradijs onder mijn voeten, jong mos. Dus gingen we naar een designzaak. De enthousiaste eigenaar - die er met zijn zwarte kleren en designbril eerder uitzag als een kunstenaar - liet ons de meest prachtige stalen zien, die in prachtig vormgegeven boeken zaten en van de meeste prachtige kwaliteit en kleuren waren. Precies wat ik wilde!
Na anderhalf uur voelen en knuffelen durfde ik eindelijk de Grote Vraag te stellen: hoe veel kost het? De artistieke man keek ons blij aan, alsof er niets aan de hand was, en zei toen vrolijk: elfhonderd euro per strekkende meter! Voor de vorm hebben we nog wat vragen gesteld en rondgekeken. Toen zijn we snel en teleurgesteld de winkel uitgelopen.
Inmiddels heb ik ontdekt dat er ook nog iets is tussen Kwantum en design - wat tapijt betreft. Tientallen stalen heb ik ervan in huis liggen. Ons testpanel - kat Brokkie en poes Saartje - heeft ze al goedgekeurd. Nu wij nog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten